Bladerdeeg, korst bestaat uit dunne lapjes deeg. Bladerdeeg is een zogenaamd “getoerd deeg”. Dit wil zeggen dat het gemaakt is door telkens een laag vet op een laag deeg aan te brengen. Om die reden ontstaan er tijdens het bakken dunne laagjes en het komt omhoog en is het lekker knapperig. Nu kan je in de supermarkt prima plakjes bladerdeeg kopen. Maar zoveel werk is het niet, het voordeel van een eigen recept is dat je weet welke ingrediënten er inzitten en eventueel een andere bloemsoort kan gebruiken. Ik gebruik de kant en klaar plakjes ook wel eens, gewoon uit gemak. Maar ik wil toch het perfecte bladerdeeg recept even delen. Het bladerdeeg, korstdeeg is prima in te vriezen. Je moet alleen niet, zoals bij een koekjes deeg alles bij elkaar en door elkaar kneden. De laagjes die we zo graag willen, kneed je dan helemaal stuk. Restjes bladerdeeg zijn overigens nog prima te gebruiken, voor dunne, knapperige bodems, denk aan bijvoorbeeld tompouce plakken.
Ingrediënten
- 500 gram bloem
- 500 gram koude, stevige roomboter ( gebruik er een met een hoog smelttemperatuur)
- 300 gram water
- 10 gram zout
Zoals bij elk recept beginnen we met het zorgvuldig afwegen van de grondstoffen, zorg ervoor dat de bloem is gezeefd. Zet van de bloem, het water, zout en 20 % van de boter een glad deeg. Vorm van de rest van de boter een rechthoekige plak. Rol het deeg uit in een ster, met vier uitgerolde punten, zie tekening. Leg de boter in het midden en vouw de punten weer naar binnen. Nu gaan we toeren. Gebruik bloem om het deeg niet aan je werkblad en de rolstok te laten plakken. Rol het deeg (met de boter erin) uit in een rechthoekige lap. Veeg het overtollige bloem eraf en vouw de lap op in drieën. Draai het deeg een kwartslag en nogmaals uitrollen in een rechthoekige lap, afstoffen en in drieën vouwen. Zie tekening. Laat het deeg 30 minuten rusten, afgedekt onder plastic folie. Na de rustperiode het toeren, uitrollen vouwen, kwartslag draaien uitrollen vouwen herhalen. Na nogmaals een rustperiode van 30 minuten het toeren herhalen. In totaal toer je het deeg dus drie keer. Na nogmaals een rust periode kan je het gebruiken. Snijd het stuk van het bladerdeeg af wat je nodig heb. Zodat de rest eventueel ingevroren kan worden, klaar voor volgend gebruik.
